“Als jij zou het kunnen weten hoe mooi mijn vaderland is….” dat heeft ooit Nicolae Grigorescu gezegd, een van de grootste Roemeense schilders. En hij had gelijk, Roemenië is een van de landen met de mooiste natuur in Europa.
Een van de schatten van Roemenië is zijn ongerepte natuur die bestaat uit bergketens, zandstranden, delta’s, oerbossen en vlaktes, een land die op meerdere gebieden bijzonder veelzijdig te noemen is. Interessant aan Roemenië is ook dat tweederde van de 3.182 kilometer lange grenslijn bestaat uit water; De Donau, de Prut, de Tisza en de Zwarte Zee zijn de natuurlijke begrenzingen met de omliggende landen.
Het reliëf van Roemenië heeft de vorm van een amfitheater. De Karpaten, door hun drie armen (de Oostelijke, Westelijke en Zuidelijke Karpaten) omringen het plateau van Transsylvanië in het midden van het land. De hoogste top is Moldoveanu (2.544 m) in de Zuidelijke Karpaten, ook wel de Transsylvaanse Alpen genoemd. Gemakkelijk toegankelijke bergpassen steken overal de bergen van Roemenië over, zoals Bicaz, Prislop of Tihuta.
Roemenië kan trots zijn op een rijke flora en fauna met oerbossen (Slatioara bossen in de provincie Bukovina of Letea in de delta), nationale parken, maar ook op de grootste populatie bruine beren en wolven in Europa en meer dan 300 vogelsoorten in de Donaudelta.